In een filosofisch gesprek word je – in alle rust – in je denken uitgedaagd. Er wordt aandachtig en oprecht naar je geluisterd, zonder waardeoordelen. Je wordt vriendelijk en vasthoudend bevraagd tot je aanlandt bij het punt waarop je ‘het niet meer weet’. Op dat punt ontstaat nieuwe denkruimte, die vaak voelt als ‘lucht’. In die nieuwe, vrije ruimte laat je los wat je dacht te weten, om op zoek te gaan naar wat je níet weet.
Precies daar ligt een nieuwe vraag voor het oprapen, die je eerder nog niet had. Het ontdekken van deze verborgen vraag is vaak bevrijdend. Het betekent dat je wijzer wordt: dat je nieuwe gedachten kreeg en daarmee nieuwe vragen, die je dichter brachten bij ‘wat iets is’ of ‘waar iets werkelijk over gaat’.
Wat doet een filosofisch practicus?
Wat scheelt eraan? Dit is vaak de eerste vriendelijke vraag die de practicus in de aanloop naar het gesprek aan je stelt. Als jij kort je verhaal vertelt en de kwestie toelicht die je bezighoudt, volgt de stap naar de start van het gesprek: Welk woord vormt het ‘hittepunt’? Een filosofisch practicus leert je helder(der) nadenken over wat je zegt, door je hier kritisch op te bevragen. Zullen we dat woord eens onderzoeken? De practicus heeft de wijsheid niet in pacht. Een practicus is geen psycholoog en ook geen coach of counselor. Hij of zij leert je ‘beter denken’, niet meer en niet minder. Als er iets op te lossen valt, is dat aan jou. Dat de ruimte om helder na te denken vergroot, en er nieuwe, vrije gedachten ontstaan over de kwestie waar je mee kwam waardoor je steeds iets wijzer wordt; dat kan de filosofisch practicus wel beloven.
Waar is de bezoeker naar op zoek?
Als bezoeker kom je om (beter) te leren nadenken over iets wat je in het dagelijks leven bezighoudt. Dat kan van alles zijn: iets concreets wat je dwars zit, of een vaag gevoel waarover je almaar in kringetjes denkt. Het kan iets zijn waar je mee worstelt, of iets waarover je al vaker nadacht en waar je graag meer over wilt weten. Misschien zit je met een specifieke vraag, maar misschien weet je zelfs (nog) niet wat je vraag is. Je wilt graag beter kunnen scherpstellen op de kwestie waar je over nadenkt, of de ‘ondertiteling’ weten bij gevoelens die je hebt. Je wilt over het muurtje klimmen van wat je al weet. Of het nu om onzekerheden, ergernissen of ‘grote vragen’ gaat: je wilt meer ademruimte in wat je bezighoudt, er vrijer en frisser over kunnen ‘filosoferen’. Je verlangt naar rust en helderheid. Je wilt wijzer worden.
Wat leveren filosofische gesprekken op?
Je wordt je bewuster van wat je denkt, en je leert hardop (na)denken over wat je zegt. Wat zeg je nu precies? Je leert aanwijzen om welk begrip het je feitelijk gaat, en daar een nieuwsgierig onderzoek naar starten. Je leert wat gezegd wordt, ontspannen ter discussie stellen. Klopt dat wel? Je leert begrippen die belangrijk zijn, goed definiëren. Hoort dit er ook bij? Is dat gemakkelijk? Absoluut niet. Kun je het leren? Zeker weten. Geleidelijk kom je – al twijfelend, struikelend en puzzelend – dichter bij jouw verborgen vraag: de vraag die verstopt bleek onder wat je dacht te weten. Je gaat verwonderd naar huis, waar je de nieuwe vraag rustig laat ‘werken’. Je durft opener te staan, zowel naar jezelf als naar anderen, voor wat je niet weet. Je leert vrijer denken, genuanceerder spreken, scherper luisteren. Je wordt wijzer.